1. Je bent hier aan het lezen.

2. Je bent een mens.

3. Je kan geen "p" zeggen zonder je lippen aan te raken.

4. Je bent zo dom dat je het nu geprobeerd hebt. 

6. Je leest nu snel verder.

7. Je lacht nu en denkt: "Wat ben ik dom".

8. Je hebt niet eens in de gaten dat er geen nummer 5 is.

9. Je hebt net gekeken of er wel echt geen nummer 5 is.

10. Je lacht weer omdat iedereen lacht.

11. Je vind het zo grapppig dat je het opnieuw leest.