Paarden

Het paard.

Het paard (Equus ferus caballus) is een gedomesticeerd hoefdier uit de orde der onevenhoevigen, een van de ongeveer tien huidige soorten uit de familie der paardachtigen. Paarden worden voornamelijk gehouden als rij- en trekdieren.

Wat is wat.

Hengst: mannelijk paard.

Merrie: vrouwelijk paard.

Ruin: gecastreerde hengst.

Veulen: paard tot één jaar oud.

Jaarling: paard tussen één en twee jaar oud.

Twenter: paard tussen de twee en drie jaar oud.

Dekhengst:Een hengst die goedgekeurd is om mee te fokken.

Pony: Paarden die een kleinere schofthoogte hebben dan 148 cm. Met uitzonderingen zoals: Haflinger, Ijslanders, Fjorden en Falabella's.

Gebit.

Paarden zijn planteters (herbivoren) maar geen herkauwers. De voortanden gebruiken ze om gras en dergelijke mee af te rukken, waarna dit door de kiezen vermalen kan worden. Paarden hebben in totaal 36 of 40 tanden. De hengst heeft 4 extra tanden tussen de snijtanden en de voorkiezen: de haaktanden. In zowel de boven- en onderkaak hebben een hengst en een merrie verder zes snijtanden, 6 voorkiezen en 6 kiezen. Tussen de snijtanden (voortanden) en de voorkiezen zitten de tandeloze kaakranden (diasteem), ook wel lagen genoemd. Hierop licht tijdens het rijden het bit.